Wat voelde ik mij eenzaam en verlaten. Kon ik maar door de grond zakken. De gevoelens die ik op dat moment ervaarde zijn in geen woorden te beschrijven. Zo ontzettend veel pijn deed het. Het liefst was ik op dat moment van de aardbodem verdwenen en nooit meer teruggekomen.
Het was aan het einde van 2 HAVO. 2 jaar lang had ik te maken gehad met pesterijen en eindelijk zat het jaar erop. Even geen school, even geen pesterijen. Wat keek ik er naar uit. De zomervakantie was voor mij de hemel, school was de hel.
De docent staat voor de klas en zegt: ‘het 2e jaar zit er bijna op en we zijn bezig met de klassenindeling voor jaar 3. Ik deel zo papiertjes uit en dan kan iedereen 3 namen van personen opschrijven waarbij hij het 3e jaar in de klas wil’.
Ik kijk om mij heen en bedenk mij bij wie ik in de klas wil volgend jaar. Ik heb geen idee. Ik wil eigenlijk helemaal niet meer op deze school zitten.

Ik kijk naar de docent en zie dat hij nog een boodschap wil toevoegen aan zijn verhaal: ‘Ohja, je mag dit jaar er ook een naam van iemand opschrijven waarbij je niet in de klas wil zitten. Volgende week graag de briefjes inleveren’.
Ik word warm van binnen en voel de stress opkomen. Langzaamaan raak ik in paniek. Ik ben niet dom, met de ervaring van de afgelopen jaren, weet ik waar dit op uit gaat draaien.
De bel gaat en het is pauze. Iedereen loopt de klas uit. Ik doe alsof ik struggle met mijn tas en treuzel een beetje. Ik durf niemand onder ogen te komen. Als ik het lokaal uitloop, hoor ik de eerste mensen al lachen.
Een klas voor mij alleen
‘Hé Jasper, ik heb jou op mijn briefje gezet, leuk he?’. Hij laat een stilte vallen en zegt: ‘omdat ik niet bij je in de klas wil.’ De rest begint te lachen. Ik voel mij vernederd en wil mij klein maken.
De volgende begint: ‘Hé boertje(ik kwam van het buitengebied en praat soms met een accent), ik heb je ook op de zwarte lijst gezet. Net zoals iedereen uit de klas. Ik denk dat je volgend jaar een klas voor jou alleen krijgt, 3HJ(3 HAVO Jasper)’.
De pijn wordt te groot, ik voel de tranen opkomen. Wat is er mis met mij? Waarom doen ze dit? Ik haat mijzelf. Ik ben iedereen tot last. Misschien is het maar beter om er niet meer te zijn.

Tot op de dag van vandaag is dit één van de meest pijnlijke momenten ooit geweest. Ik voelde mij zo enorm eenzaam. Die dag besloot ik dat ik alles alleen zou gaan doen. Die dag bouwde ik een muur om mij heen, niemand zou mij ooit nog zo vernederen.
Ik was toen een jaar of 14. In de jaren daarna stopte het pesten en verdwenen de pesters. Ondanks dat de omgeving was veranderd, bleef ik mij gedragen als dat gepeste jongetje. Ik was bang en onzeker en probeerde dat te verbloemen door een grote mond en veel alcohol.
Ik bleef in de slachtofferrol zitten
Jarenlang bleef ik mijzelf zien als het slachtoffer en door in die slachtofferrol te blijven zitten, veranderde er ook helemaal niks in mijn leven. Het ging eerder bergafwaarts.
Tot mijn 27e. Op een bepaald moment realiseerde ik mij dat mijn pesters nu volwassen waren en misschien zelfs al kinderen hadden. Hoe kon ik hen nog steeds aanzien voor 14e jarige kinderen die mijn leven terroriseerden. Een pijnlijke, maar oh zo waardevol inzicht.
Sindsdien heb ik de verantwoordelijk langzaamaan teruggepakt en is mijn leven veranderd. Ik kan het verleden niet veranderen, maar de toekomst wel proberen vorm te geven.

De ommekeer
Ik ging met mijzelf aan de slag. Vele studies, gesprekken met psychologen en coaches, cursussen en ander innerlijk werk, zorgen voor de plek waar ik nu sta. Het heeft mij bloed, zweet en tranen gekost. En veel tijd en geld. Maar het is het zo onwijs waard geweest.
Op het moment ben ik aan de opleiding rejection sensitivity model van Saskia Klaaysen begonnen. Juist, afwijzingsgevoeligheid. Geen onbekend terrein voor iemand met een pestverleden.
Ook hier moet ik weer door een diepe laag stof heen. Ook hier voel ik mij regelmatig heel onzeker en kwetsbaar. Ook hier kom hele pijnlijke momenten naar boven en schaam ik mij regelmatig. Maar ik weet één ding zeker: Het gaat het allemaal helemaal waard zijn.
Door de meest donkere kant van mijn leven recht aan te kijken, ben ik in staat om licht in mijn leven te laten. Het stelt mij in staat om te stralen en trots te zijn op wie ik ben en wat ik doe.

En ja, het is soms verschrikkelijk lastig. Pesten laat een wond achter die nooit helemaal zal helen en die mij zo nu en dan nog verschrikkelijk veel pijn doet. Maar het heeft mij ook sterker gemaakt en mij gebracht waar ik nu ben. Ik heb destijds zo verschrikkelijk diep gezeten, dat ik mij nu niet zo snel meer uit het veld laat slaan.
Ik heb het hen vergeven
En wat betreft de pesters? Ik neem het ze niet meer kwalijk, het waren kinderen. De echte pesters zullen ongetwijfeld zelf problemen hebben gehad. Het grote gros was zelf veel te bang om gepest te worden, waardoor ze hun mond hielden.
Ik wil niet meer leven in het verleden, ik wil vooruit. Ik heb het ze vergeven.